De regering-Michel 1 heeft haar nederlaag in de gemeenteraadsverkiezingen niet overleefd. Uiteraard viel de regering niet over sociale eisen en noden, zoals over onze koopkracht, pensioenen, gebrek aan investeringen in openbare diensten. Daarvoor is het asociaal beleid te onpopulair. De N-VA koos ervoor om van de volgende verkiezingen een referendum te maken, voor of tegen migratie, en zo de werkende klasse in België te verdelen. Maar laten we ons niet vangen: niet de vluchtelingen, maar de inhaligheid van de grote aandeelhouders is de reden waarom op onze levensstandaard en arbeidsvoorwaarden bespaard wordt.
Standpunt van LSP, onze Belgische zusterorganisatie
Michel II wordt een surrealistische non-regering als we haar laten bestaan. Ze staat voor de keuze: ofwel met N-VA gaan voor meer van dezelfde aanvallen op onze lonen, pensioenen en uitkeringen, ofwel een andere meerderheid zoeken. Het ergste dat de vakbondsleidingen kunnen doen, is afwachten tot aan de verkiezingen in mei. Dat laat het publieke debat over aan rechts dat met haat tegenover migranten verdeeldheid zaait, ook op onze werkplaatsen. Bij elke onderhandeling de afgelopen jaren hoorden we dat de werkgevers in een zetel zaten omdat ze in de rug geduwd werden door de regering. Nu de regering verzwakt is en amper nog overeind blijft, valt dit argument weg. Elke zwakte langs onze kant wordt meteen meedogenloos uitgespeeld door de overkant, hoog tijd dat wij hetzelfde doen!
Ernstige strijd is nodig, geen halfslachtige oproepen waarbij elke centrale of regio maar zijn plan moet trekken. De inzet is daarvoor te groot. De aanvallen op onze pensioenen, landingsbanen, lonen en arbeidsvoorwaarden van de afgelopen vier jaar zijn nog niet verteerd. Bovendien zitten er nog heel wat in de pijplijn en zijn er ook nog de belangrijke IPA-onderhandelingen (nationale loonsonderhandelingen): een uitgelezen kans om een broodnodige substantiële loonsverhoging en een minimumloon van 14 euro per uur af te dwingen.
Als de vakbondsleiders onder elkaar blijven kibbelen over hoe ze vooral niets gaan doen, dan zal hun aanwezigheid uiteindelijk niet langer als een troef, maar als een nadeel voor efficiënte strijd gezien worden. De beweging van de gele hesjes in Frankrijk en in mindere mate in Wallonië zou een waarschuwing moeten zijn. Die gele hesjesbeweging in Frankrijk toont dat strijd loont: een eerste toegeving van Macron leidde al snel tot een volgende. Zo werd aangekondigd dat de voorziene beperkte verhoging van het minimumloon iets groter wordt en er sneller komt. En de strijd gaat door: de algemene slogan is ‘Macron dégage’, hij is niet onze president. De publieke steun voor de gele hesjes loopt in Frankrijk op tot meer dan 70% terwijl de populariteit van Macron geen 20% meer haalt. Het argument dat acties mensen afschrikken, is dus niet correct: massa-acties met duidelijke eisen krijgen een heel brede steun en doen het politieke debat kantelen. Niet meer het belang van de kapitalistische klasse, maar de eisen van de werkende klasse komen naar de voorgrond.
Alle ernstig georganiseerde vakbondsacties de voorbije jaren werden goed opgevolgd. Een goed voorbereide nationale demonstratie naar het model van 6 november 2014 (toen 150.000 demonstranten het actieplan op gang trokken) met een ultimatum aan de regering gekoppeld aan een nationale algemene staking, kan een fundamenteel ander beleid afdwingen. Eisen als 14 euro per uur, herstel van de volledige index, loonsverhogingen, minimumpensioen van 1.500 euro per maand, arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, … sluiten feilloos aan bij het ongenoegen dat het gele hesjesprotest drijft.
Dit zal de kwestie stellen van een ander type regering, een meerderheid die met een miljonairstaks de middelen voor onze levensstandaard zoekt waar ze zitten. Om een dergelijke maatregel door te voeren, zal links een programma met socialistische maatregelen moeten verdedigen met onder meer de niet-betaling van de publieke schulden, de nationalisatie van de banken onder democratische controle en de inzet van het wapen van de nationalisatie tegen het onvermijdelijke patronale tegenoffensief. Onze strijd nu ernstig organiseren en opbouwen is de beste voorbereiding daarop.