Home » Internationaal » Noord-Amerika » Tussentijdse verkiezingen in de VS: tussen afstraffing Trump en zoektocht naar alternatieven  

Tussentijdse verkiezingen in de VS: tussen afstraffing Trump en zoektocht naar alternatieven  

De tussentijdse verkiezingen van 6 november vernieuwen het Huis van Afgevaardigden en een deel van de Senaat. Deze verkiezingen vinden plaats in een chaotische context voor de Verenigde Staten. Enerzijds is er de reactionaire en oncontroleerbare figuur van president Donald Trump en anderzijds de toenemende politieke radicalisering van jongeren en delen van de Amerikaanse arbeidersklasse. Dit alles tegen de achtergrond van economische instabiliteit. Wat zijn, tussen de illusies in de Democratische Partij en de zoektocht naar een alternatief op de sociale en politieke crisis, de vooruitzichten voor het sociale verzet en de klassenstrijd in het hol van de leeuw?

Artikel door Clément (Luik) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Sociale mobilisaties nemen toe

De laatste jaren is het aantal massamobilisaties in de Verenigde Staten sterk toegenomen: van de Black Lives Matter-beweging tegen racistische politiemoorden tot de vrouwenmars na de Trump-verkiezingen, van de spontane mobilisaties tegen het anti-immigratiedecreet, tot de indrukwekkende antifascistische mobilisaties na de aanslag in Charlottesville.

De benoeming van de Republikein Brett Kavanaugh tot rechter in het Hooggerechtshof (die zonder mogelijkheid tot beroep beslist of de wetten van de Staten in overeenstemming zijn met de Grondwet) heeft de afgelopen weken in de Verenigde Staten tot een golf van protest geleid nadat hij door verschillende slachtoffers van verkrachting werd beschuldigd.

Tijdens het protest kwamen ook sociaaleconomische eisen naar voren, zoals een minimumloon van 15 dollar per uur. Nadat de werkenden in Seattle in 2015 een overwinning hadden behaald, kreeg deze eis een nationale draagwijdte en werden in totaal 18 staten gedwongen hun minimumloon te verhogen. Onlangs nog moest de multinational Amazon een minimumloon van 15 dollar per uur toekennen aan zijn 350.000 werknemers en tijdelijke werknemers!

Deze talrijke mobilisaties en enkele overwinningen hebben een impact gehad op het vertrouwen van de werknemers om actie te ondernemen. Heel vaak wordt er trouwens tot staking overgegaan ondanks de vakbondsbureaucratieën, die de beweging eerder afremmen.

De leerkrachten uit de staat Virginia gaven begin maart een belangrijk startschot met hun staking tegen besparingsmaatregelen en voor betere lonen en ziekteverzekering. De beweging verspreidde zich snel naar verschillende staten in het zuiden en het zuidwesten. Deze stakingen werden aan de basis georganiseerd en ze verwierpen de compromissen die de vakbondsleidingen probeerden door te duwen: in plaats van het voorstel voor een loonsverhoging van 1% werd op die manier 4% afgedwongen. De leerkrachten breidden hun eisen ook uit naar de hele publieke sector. Zo wilden ze solidariteit opbouwen en een beweging creëren die kon eindigen in een overwinning. Uit enquêtes bleek dat 72% van de bevolking deze stakingen steunde; onder de ouders van leerlingen was er zelfs 78% steun.

Ook op andere plaatsen is er veel potentieel: bij United Parcel Service (UPS), met het grootste aantal gesyndiceerde werknemers in een privébedrijf in de Verenigde Staten, werd een stakingsaanzegging voor betere lonen goedgekeurd door 90% van de vakbondsleden. Hetzelfde geldt voor Arcelor, in de bouwsector, of nog in de hotelsector waarvoor in verschillende regio’s stakingsaanvragen gestemd zijn. Bij McDonald’s ging het personeel in staking tegen seksuele intimidatie op het werk (zie ook pagina 7).

Het dominante discours wil ons voorhouden dat het goed gaat met de binnenlandse economie, dat er groei is en dat de werkloosheid historisch laag ligt. In werkelijkheid stagneren de lonen en zijn ze zo laag dat veel mensen twee banen nodig hebben om te overleven. Bovendien hebben veel mensen “met een job” een wegwerpcontract van slechts een paar uur per week voor een hongerloon. De verregaande speculatie op de immobiliënmarkt maakt toegang tot woningen steeds onbetaalbaarder. Kortom, het dominante optimistische discours strookt niet met de concrete realiteit van de arbeidersklasse. Dat zet er hen ertoe aan om hun deel van de koek op te eisen.

Het lijkt er op dat 2018 het jaar met het hoogste aantal stakingen sinds 2000 zal zijn. Tegelijkertijd bereikt het vertrouwen in de vakbonden het hoogste niveau in 20 jaar (62% positieve perceptie) na jaren van terugplooien en defensieve strijd.

Maar net zoals een bokser zijn rechter- en linkervuist nodig heeft om een gevecht te winnen; heeft de arbeidersbeweging naast zijn vakbondsvuist ook een politieke vuist nodig.

Tussentijdse verkiezingen

Deze tussentijdse verkiezingen bieden aan de werkende bevolking en onderdrukten een kans om terug te vechten en de racistische, nationalistische en antisociale agenda van Trump naar de achtergrond te dringen.

Er wordt voorspeld dat de resultaten van die tussentijdse verkiezingen een “blauwe golf” zullen zijn en dat de Democratische Partij zowel in het Huis van Afgevaardigden (de federale kamer) als in veel staten een meerderheid zou verkrijgen. Hoewel minder waarschijnlijk, is een democratische meerderheid in de Senaat niet volledig uitgesloten. Uit een recente opiniepeiling blijkt dat de Democratische Partij op nationaal niveau 44% van de stemmen zou krijgen, tegenover 36% voor de Republikeinse Partij.

Het sociale klimaat en de mobilisaties van de afgelopen jaren hebben een impact op de campagne. Als gevolg van #MeToo kandideert een recordaantal vrouwen voor het ambt, met 256 kandidates voor de kamers en 16 voor het gouverneurschap. 500 leerkrachten kandideren in de voorverkiezingen en de staat New York bereikt nu al de hoogste participatiegraad voor de voorverkiezingen ooit. Daarnaast hebben progressieve kandidaten die zich verzetten tegen het politieke establishment onlangs een reeks overwinningen behaald. Deze kandidaten vormen geen samenhangende stroming: sommige zijn afkomstig van de Democratic Socialists of America, terwijl anderen, eerder verwant aan de traditionele democraten, een programma verdedigen dat vergelijkbaar is met dat van Bernie Sanders.

Sanders had het establishment van de Democratische Partij in de presidentiële voorverkiezingen ernstig op de proef gesteld door een hervormingsgezinde linkse agenda te verdedigen. Hij beweerde ook openlijk socialist te zijn en liet zijn campagne uitsluitend financieren door donaties van arbeiders en de organisaties van de arbeidersbeweging. Sanders koos er uiteindelijk voor om Hillary Clinton en de Democratische Partij te steunen. Als hij zijn platform ‘Our revolution’ had trachten om te vormen tot een echte organisatie die de electorale strijd koppelt aan die op straat, dan had de situatie er vandaag fundamenteel anders kunnen uitzien. Het zou de kloof tussen de oude structuren van de Democratische Partij en een nieuwe radicaliserende basis op scherp gesteld hebben en duidelijk gemaakt hebben dat er nood is aan een derde partij, een arbeiderspartij, in de VS.

Socialist Alternative (onze zusterorganisatie in de VS) verschilt van mening over het feit dat deze progressieve mensen kandideren voor de Democratische Partij en zich dus illusies maken over de mogelijkheid om die partij te hervormen. Toch hebben we opgeroepen om op hen te stemmen en zijn we soms actief betrokken bij hun campagnes. Een overwinning voor kandidaten met een programma dat de arbeidersklassegunstig gezind is, zou een ernstige nederlaag betekenen voor het establishment.

Hun kandidaturen en programma’s zullen een stimulans zijn voor de sociale beweging en voor de strijd die zich ontwikkelt rond belangrijke eisen zoals toegang tot gezondheidszorg voor iedereen, gratis hoger onderwijs … Er is een groeiende steun voor socialisme en kandidaten of organisaties die zich op socialisme beroepen, zonder dat steeds duidelijk is wat dit inhoudt. Marxisten moeten daar gebruik van maken om een socialistische breuk met het kapitalisme te verdedigen.

Om het volledige potentieel te grijpen, zal het nodig zijn om die progressieve electorale platformen om te vormen tot echte offensieve en mobiliserende campagnes. Het zal ook nodig zijn om een georganiseerde politieke kracht op te bouwen die onafhankelijk van het establishment in staat is om overwinningen te behalen. Een dergelijke dynamiek zou doorheen actie aan honderdduizenden mensen verduidelijken wat “socialisme” betekent.

Scroll To Top