In de ochtend van de laatste zondag van juli kwam de Palestijnse activiste Ahed Tamimi vrij uit een Israëlische gevangenis waar ze acht maanden vastzat na haar arrestatie op 19 december 2017.
Op 15 december was Ahed’s 15 jarige neef in het hoofd geschoten. De kogel haalde een derde van zijn schedelinhoud weg. Enkele uren later kwamen zwaar bewapende soldaten van het Israëlische leger (IDF) aan het huis van de familie Tamimi in het dorp Nabi Sahel in de bezette Westelijke Jordaanoever. Ze wilden een deel van het gebouw gebruiken als uitvalbasis om op andere jongeren te schieten.
Ahed zei aan de soldaten dat ze de tuin van de familie moesten verlaten. Ze werd weggeduwd, maar duwde terug. Haar moeder filmde het incident en plaatste het op Facebook. De video ging viraal. Vier dagen later werd Ahed midden in de nacht opgepakt. Het 16-jarige meisje verdween in de gevangenis, met de dreiging van een straf tot tien jaar.
Het verhaal van Ahed is het onderwerp van een nieuw Engelstalig boek dat in Zweden is uitgekomen (en via internationale boekensites ook hier kan gekocht worden). Het is geschreven door drie leden van het CWI, de internationale organisatie waartoe LSP behoort: Paul Morris, een professor; Paul Heron, een mensenrechtenadvocaat; en journalist Peter Lahti. De vierde auteur van het boek is de tante van Ahed, Manal Tamimi.
Ahed Tamimi heeft een geschiedenis van verzet tegen het Israëlische leger. Veel daarvan kan je op het internet terugvinden (in het boek staan er veel verwijzingen naar). De auteurs beschrijven hoe ze opgroeide als een kind dat droomde, maar deze niet kon realiseren omdat ze veel te snel moest opgroeien om weerstand te bieden tegen een bezettingsmacht. De droom om ooit voor Barcelona te spelen werd vervangen door studies om ooit een beroep uit te oefenen waarmee ze de mensen rond haar wil helpen: advocaat.
Het boek beschrijft hoe Ahed uitgroeide tot een wereldwijd symbool van “eigenwaarde tegenover onderdrukking.” Haar verhaal is echter geen alleenstaand geval.
De criminalisering van Palestijnse kinderen zoals Ahed heeft ertoe geleid dat er sinds 2000 bijna 8.500 kinderen werden opgepakt, ondervraagd, vervolgd en gevangengezet. Ondanks veroordelingen door tal van internationale instanties en mensenrechtenorganisaties, houdt Israël vast aan een brutaal militair ‘rechtssysteem’ in de bezette gebieden.
Het verzet van Ahed tegen een Israëlische soldaat werd wereldwijd gezien als een symbolische verwerping van de imperialistische ambities van de heersende elite van Israël. Het boek gaat ook in op de oorsprong en de ontwikkeling van het zionisme.
Het beschrijft de fysieke en geografische gevolgen van de stichting van Israël waarbij 750.000 Palestijnen van hun grond verdwenen werden en 200 dorpen vernield werden. Sindsdien zijn er nog honderdduizenden Palestijnen verdreven naarmate Israël nieuw gebied veroverde als uitbreiding op de oorspronkelijke grenzen van 1948.
Aanhoudende internationale solidariteit tegen die misdadige politiek is belangrijk. Maar om de belegering van Gaza en de bezetting van de Westelijke Jordaanoever te breken, zal er volgens de auteurs van het boek meer nodig zijn dan strijd onder de Palestijnen. Er zal ook strijd onder de Israëlische bevolking nodig zijn. De werkenden en hun gezinnen kampen ook daar met slechter wordende omstandigheden en beginnen door de rechtse zionistische leugens te kijken. Er zal nood zijn aan massa-actie om de Israëlische oorlogsmachine te stoppen.
De tante van Ahed, Manal, vertelt over haar eigen arrestaties en over de leidinggevende rol van vrouwen in de strijd van de Palestijnen in de dorpen en vluchtelingenkampen. Maar het laatste woord is voor Ahed: “Op dit ogenblik is er overal ter wereld onrechtvaardigheid. We moeten onze strijd verbinden om een einde te maken aan alle onrechtvaardigheid in de wereld. We zijn slachtoffers van dezelfde soort bezetting. Niemand staat alleen.”
Solidariteit vertrekt vanuit empathie met wie lijdt, zowel individueel als collectief, en wordt versterkt als er een strategie is om tot fundamentele verandering te komen. Dit boek verdient het om gelezen te worden als bijdrage aan beide elementen.